Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Ingmar Heytze. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Ingmar Heytze. Sorteren op datum Alle posts tonen

maandag 28 juni 2021

Tijd en Ruimte

Tijd

Ik droomde, dat ik langzaam leefde...     
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. 'k Zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen
terwijl ze hees en hortend zongen;
terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen...
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
En dag en nacht van korte duur
vlammen en doven: flakkrend vuur.
- De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn; en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd...
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten? 

M. Vasalis  (1909 - 1998)

Ruimte

Ik droomde dat ik pijlsnel leefde,
twaalf maal sneller dan het licht-
het was fantastisch. Om mij heen
stond alles stil, voorgoed bevroren
in volkomen relativiteit. Het voelde
als onsterfelijkheid; ik zag planeten
in hun baan bevriezen en kometen
vaart verliezen, slakkensporen
uit hun staarten, zag hoe zonlicht
aarde maakte als een straal
van vallend water.
Later toen ik het heelal
in elke richting had doorkruist
op de trilling van een snaar
en wetenschap en wichelaars
tot waanzin had gedreven
met een schier oneindig leven
dat voor hen geen uur besloeg,
wist ik de warme lentedag
waarop ik pas geboren was
nog lang genoeg voor 100.000 jaar

Ingmar Heytze (1970)


Vorige week bladerde ik wat in de gedichtenbundel van Ingmar Heytze ('voor de liefste onbekende') en stuitte ik op een dichtregel die me toch verdacht bekend voor kwam: 'ik droomde dat ik pijlsnel leefde'.
Heel vertrouwd en toch anders.
Zo ontdekte ik de variatie op het gedicht van Vasalis. 
Dat vind ik wel humor hebben. De titel alleen al. 

En met dank aan dochter Cathy staan ze nu netjes naast elkaar.
 

woensdag 25 maart 2015

De Leek en de Poëzie


Die leek ben ik en ik hou van poëzie.
Voor mij is poëzie o.a. samengebalde emotie.
Maar het is ook een soort overgangsvorm tussen muziek en proza. Dat vind ik. Daarom ‘moet’ het zingen, er ‘moet’ een cadans in zitten. Behalve als het boze emotie is, dan hoeft het niet. Dan mag het rauw, kort en heftig de emotie weerspiegelen.
Waarom vind ik moderne gedichten dan soms niets?

Een paar weken geleden ging de aflevering van George Gently ook over poëzie en de schrijvers daarvan. Zijn hulp, John Bacchus, waar ik af en toe kromme tenen van krijg had ook zo zijn oordeel klaar: ‘het rijmt niet eens’.
Moet het rijmen dan? Nee dat hoeft niet perse als die cadans er maar is; die ‘drie- of vierkwartsmaat’ of anderszins.

Voor de gein heb ik een paar moderne gedichten eens gewoon achter elkaar gezet als proza. Het werd nog mooier.
Soms nodigt een zin inderdaad uit om verder te lezen op de volgende regel maar vaak houdt het - in mijn ogen - nodeloos op.
Bij mij, wanneer ik lees, lijkt er een fractie van een seconde te zitten tussen het overgaan van de ene naar de andere regel. Dat kan dan weloverwogen gebruikt worden, de zinnen echter afbreken op verkeerde momenten is dan niet slim, ook al zijn de zinnen mooi, de woordkeus zinderend en diepzinnig.
Een gedicht moet niet stotterend lezen, maar vloeiend verlopen, zingen, verglijden.

Nu heb ik in mijn leven wel ontdekt dat ik, in tegenstelling tot veel anderen mensen, een sterk ontwikkeld ritmegevoel heb. Zou daar mijn knoop kunnen zitten met veel eigentijdse poëzie?
Vroeger hield men zich aan strofen en een metrum. Nu hoeft dat niet meer. Maar wanneer een poëet denkt dat hij/zij ritmegevoelig is maar het eigenlijk niet is....
Dan krijg je van die kromme-tenen-gedichten-die-net-niet-kloppen.
Het gedicht van Ingmar Heytze rijmt van geen kant en toch vind ik het aangenaam om te lezen.

Echt volledig duidelijk krijg ik het voor mezelf (nog) niet.
Ik werk eraan.

dinsdag 3 maart 2015

Lezen


Mijn boeken zijn meer
dan gebundeld papier
zoveel meer
dan een paar glazen inkt
op dood hout

het zijn stemmen
die nimmer
de stilte doorbreken

ruisende werelden
plaatsen van rust

het zijn bomen
die tot mij zijn begonnen
te spreken


Ingmar Heytze